zaterdag 5 april 2014

Brommen














Brommen, niet jaren lang achter tralies zitten, nee, brommen op een brommer. Mijn eerste ervaring kwam uit de mond van mijn moeder. Niet dat zij letterlijk bromde, maar ik zat bij haar achterop een fiets met hulpmotor. Dat kun je eigenlijk bijna geen brommer noemen. Zij reed naast mijn vader en die had mijn grotere broer achterop, op een heuse brommer. En zo bromden wij genoeglijk met het hele gezin door het Nederlandse landschap. Totdat ik in slaap was gevallen. Fraai gevormde en veilige kinderzitjes had je in mijn kindertijd nog niet, je mocht al blij zijn wanneer je achterop gezeten je voeten in de fietstassen kon doen om te voorkomen dat je tenen tussen de ronddraaiende spaken werden vermalen. Afijn, mijn moeder had geen achteruitkijkspiegel en had te laat in de gaten dat ik het zwaartepunt van het vervoer enorm aan het verleggen was. Daar ging ze onderuit en in haar val trok ze ook de rest van het gezin mee, allemaal op het asfalt belandend met draaiende wielen en brommende motoren om ons heen. Uiteraard werd ik wakker volgens mijn moeder, nauwelijks beseffend wat er aan de hand was. Totdat ik zelfs als klein kind de ernst van de schaafwonden en de schrik wist in te schatten. Niet lang daarna kocht mijn vader een auto, wel zo handig.
   Een volgend brom avontuur deed zich voor samen met mijn broer. In ruil voor iets lekkers wasten en poetsten wij op jonge leeftijd de brommers wanneer die in onze schuur geen dienst deden. We haalden ze alle twee tevoorschijn en gingen beginnen met de schoonmaak. Eerst met veel sop en water, afdrogen en daarna moesten de velgen en andere verchroomde onderdelen grondig in de vaseline gezet tegen eventuele roestvorming. Mijn broer had ook goed gekeken hoe mijn ouders zo een brommer startten, bedienden en ermee wegreden. Dat moest ons ook lukken en met wat inspanning wisten wij een keer die van mijn moeder van stal te halen toen zij niet thuis was. Die fiets met hulpmotor, een Eitje heette die toen. Die naam was afgeleid van de zwart met geel gekleurde benzinetank voorop, waar ook de motor zat. Die tank had de vorm van een heel groot ei. Het lukte mijn broer de motor te starten en wij klommen omzichtig op die voor ons relatief grote bromfiets. Eerst moest je flink op de pedalen trappen om gang te maken en dan liet mijn broer met een hendel de motor op het voorwiel zakken, zodat de aandrijving werkte en we vanzelf vooruit snelden. Apetrots scheurden we dan door de brandgangen die we toen rond ons woonhuis hadden. Totdat de benzine op was en zakgeld voor nieuwe brandstof hadden we nog niet, daar waren we net iets te klein voor. Om toch zelf een centje bij te verdienen hadden we iets anders bedacht. Samen gingen we breeduit voor het raam van een doorzonwoning staan om te kijken of de bewoners thuis waren. Was dat het geval, dan klom ik op de schouders van mijn broer en stak hij een hand uit, alsof we aan het bedelen waren. Ik deed dan een kwartje in zijn uitgestoken hand, hij stak die vervolgens in zijn mond en dan ging mijn broer een paar minuten schudden met mij op zijn nek, effe 'ducken' noemden we dat. Tot groot vermaak van de omwonenden en die daad leverde altijd wel iets op.
   Uiteraard konden wij met moeite wachten tot we zestien jaar waren en legaal op een brommer mochten rondrijden. Eerst kregen we allebei een wat suffe Honda cadeau. Maar ja, we hadden ook geleerd dat je een gegeven paard niet in de bek mag kijken. Vijftig kilometer per uur gingen die brommers. Na wat speurwerk vonden we een fietsenmaker die wist hoe je met een eenvoudige ingreep de snelheidsbegrenzing ongedaan kon maken. Toen werd het al een stuk leuker, we haalden ieder met gemak tachtig kilometer per uur. Ons snel verplaatsen hadden we al jong geoefend met skiën en ook met fietsen. Niet ver van ons huis was de enige berg in de hele omtrek. Hevig zwetend fietsten we dan allebei omhoog en daar aangekomen gingen we op dezelfde fiets als een raket naar beneden. Soms zo hard dat het frame ging schudden en je nog nauwelijks kon sturen. Daarom oefenden we tevens hoe je achterwaarts van de fiets af kon springen, een soort noodrem en dat werkte. De fiets ging dan nog een stukje alleen al slingerend verder totdat die de berm inreed of tegen een boom tot stilstand kwam. Beter de fiets dan wij zelf zullen we toen gedacht hebben en veel autoverkeer was er nog niet die tijd. Jammer dat er toen nog geen camera's waren die je op je hoofd kon bevestigen. Het zou interessante Youtube filmpjes hebben opgeleverd.
   Toch voelden mijn broer en ik ons ongemakkelijk, ook al gingen we hard van school naar huis en omgekeerd. In de fietsenstalling op school stonden echt stoere brommers en die waren meestal ook opgevoerd, zo bijzonder was dat niet. Zündapp en de Kreidler Florett, dat waren werkelijk buikschuivers. En dan had je Tomos en Puch met hoge sturen, kon je juist lekker rechtop zitten en rondkijken. Wij vergaapten ons aan al dat moois en dat werd flink sparen om van die Honda af te komen. Voor mij is het uiteindelijk een Puch geworden (voor mijn broer hetzelfde meen ik mij te herinneren), met voetversnelling en nadat die was ingereden mocht die ook worden opgevoerd. Ging ook tachtig kilometer per uur en dan op een veel stoerdere manier.
   Na een flinke periode waarin alleen auto's een rol hebben gespeeld kwam er toch nog een brommer periode. In Indonesië, waar ik ging wonen, een vervoermiddel bij uitstek. Niet al te snel, zodat je toch veel ziet onderweg en meestal met zeer aangenaam weer om dakloos rond te rijden. En bij regen was het nooit koud, dan moest je alleen een regenjas of -cape aantrekken. Opvoeren hoefde niet, want ze gingen uit zichzelf al hard genoeg, minstens honderd kilometer per uur. Dat voelde al bijna als een volwaardige motorfiets. Sommige modellen hadden meer weg van moderne scooters en bovendien zag je nog veel klassieke scooters van het Italiaanse merk Vespa. Zelfs die suffe Honda die ik ooit had zag je er ook nog rondrijden, ze gingen dus wel lang mee.
   Zelfs tijdens een tijdelijk verblijf in Amsterdam heb ik wederom gebromd. Mijn atelier lag pal in het centrum en daar moest je minstens zeven jaar wachten op een parkeervergunning, geen doen. Zeker wanneer je werk en gereedschap wilde vervoeren. En wanneer het slecht weer was. Want zelf fietsen en dan regen en kou en wind en nog meer, daar kon ik echt niet tegen. Komt ook door het verblijf in de tropen natuurlijk. Ook daar wel eens regen, heftige buien zelfs, maar wel bij dertig graden Celcius, dat is andere koek. Dat voelt meer als het nemen van een douche. Ik vond de oplossing in de aanschaf van een Italiaanse driewieler van het merk Piaggio (die ook de Vespa's fabriceert trouwens). Die viel qua wetgeving in de categorie brommers, dus kon je zonder vergunning overal parkeren en verplaatste je jezelf in een (ha, ook eivormige) cabine. Indien het regende zat je heerlijk beschut met een bewegende ruitenwisser voor je neus en het geluid van vallende druppels op je dak. Om te schakelen en te sturen had je een scooter in handen met dat verschil dat je de versnelling ook in de achteruit stand kon zetten. Achter de cabine was een bagageruimte waar met gemak een kubieke meter spullen in paste. En er was verwarming, ook dat nog. Die driewieler - ik had een rode - ging precies vijftig kilometer per uur, niet handig wanneer je auto's wilde inhalen of als eerste bij een stoplicht wilde wegscheuren. Die werd dus ook opgevoerd en haalde toen zeventig kilometer per uur. Op een keer stond ik te wachten voor een rood stoplicht en kwam naast mij een zelfde voertuig tot stilstand. Een witte met een reusachtige vis op de zijkant afgebeeld. Ik keek naar de bestuurder, die lachte en gebaarde met zijn hand of we wedstrijdje zouden doen. Ik knikte van ja, maar hij wist natuurlijk niet dat die van mij best wel snel ging. Het licht sprong op groen en in mijn spiegel zag ik de afstand tussen ons steeds groter worden, de visbezorger verbaasd achterlatend.
   Weer terug in Azië heb ik vrolijk verder gebromd. Tweedehands zo een scooter-achtig model gevonden, een gele. Een opvallende en daarmee veilige kleur in het overwegend groene tropische landschap. Wel nodig ook, want de lokale bevolking rijdt op het gehoor en zij horen bovendien niets. Zeker niet wanneer ze doodleuk zitten te telefoneren of tekstberichten te versturen tijdens het rijden. Maar avontuurlijk was het en zo heb ik heel wat kilometers afgelegd. Mijn dochter vond het prachtig wanneer ik haar naar school bracht of afhaalde met die brommer. Tussen het stuur en het zadel was een treeplank en zij paste daar prima, waardoor zij goed zicht had. Zij glimlachte van oor tot oor als wij als eerste optrokken bij een stoplicht en iedereen achter ons lieten. En zigzaggend auto's inhaalden. Kijkend naar de gemiddelde brommer rijder op het eiland waar ik woonde, kreeg ik de indruk dat zij allen perfect zouden kunnen skiën. Helemaal een met het voertuig slingerden zij uitgebalanceerd tussen al het andere verkeer door en druk was het, dat verkeer. Dan moet een rustige ski-piste een fluitje van een cent zijn. Om de sfeer enigszins vast te leggen ben ik een keer bij een buurman achterop de brommer gekropen met een videocamera en hebben we een half uur samen gebromd in het reguliere verkeer. Een erg leuke ervaring en met vreugde kijk ik nog wel eens terug naar die opname.
   Dat het begrip brommer voor eenieder verschilt heb ik gemerkt tijdens een ontmoeting met een aardige vent in Singapore. We kenden elkaar van de opening van mijn tentoonstelling daar en zouden elkaar in de binnenstad ontmoeten. Leuk, dan kom ik op de brommer zei die. Het was een erg leuk weerzien en toen we afscheid namen liep ik even mee naar zijn brommer. Ik was nieuwsgierig omdat zijn helm zo groot was en ik dacht dat het waarschijnlijk voorschrift was in die stadstaat de beste helm te moeten dragen die verkrijgbaar was. Ha, toen we bij de bewuste brommer aankwamen stond daar een felrode Ducati motorfiets, dat ging een hele stap verder dan gewoon brommen. Wat mijn moeder aangaat, die eindigt de rit zoals ze begon. Sinds een aantal jaren heeft zij - naast dat ze nog auto rijdt - wederom een fiets met hulpmotor. Dit keer elektrisch, dus in dat opzicht kun je niet meer spreken over brommen, das voorbij!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten