Het kon niet uitblijven. Na enkele verhuizingen naar andere landen met een verschillend klimaat, wordt automatisch je blik naar omhoog gestuurd: wolken. Een fenomeen. In beeld(spraak), in weerberichten, in religie, in muziek, in de schilderkunst en in talrijke uitdrukkingen. Vandaar de avatar die ik voor (a)sociale media gebruik. Ook als symbool voor een soort 'cloud working'. En voor aangenaam weer. Mijn grootvader, die kleermaker was, keek naar bewolkte luchten en zei dat als een patroon van een kledingstuk uit het blauw gehaald kon worden, dan zou het opklaren. Boeren en bergbewoners geven ook allerlei uitleg bij verschillende wolkenluchten.
Voor menigeen begint het al bij de geboorte, waar getuigen - inclusief de verse ouders - plegen te zeggen: een wolk van een baby! En tijdens het opgroeien komen daar andere uitdrukkingen bij. Achter de wolken schijnt de zon, met je hoofd in de wolken zijn, geen wolkje aan de lucht enzovoorts.Ik zal nooit een cabaret voorstelling, waar ik een van de toeschouwers was, vergeten. Dat was in een schouwburg in Zwolle en bij het betreden van de zaal klonken er allerlei liedjes. Het programma droeg de naam 'Achter de wolken schijnt de zon' en de liedjes ter opwarming gingen allemaal over de zon en over zonneschijn. Het doek ging open, de cabaretier kwam naar voren en vroeg onmiddellijk aan het publiek of ze gehoord hadden waar die liedjes over gingen. Ik antwoordde meteen - als enige - dat ze allemaal met de zon te maken hadden. Daarop had de artiest niet gerekend en hij was duidelijk van zijn stuk gebracht.
Eens zat ik in de cockpit van een Boeing 737, vlak achter de twee piloten. Met groeiende ongerustheid zag ik hoe zij opstegen door een heel dik wolkendek, voor het navigeren slechts vertrouwend op de instrumenten. Alsof je de binnenkant van een hoofdkussen passeert. De vederlichte vulling vliegt dan links en rechts rond je oren. Voor hen de gewoonste zaak van de wereld, voor mij een rare ervaring. Na het doordringen van die watten-achtige laag is het natuurlijk genieten van een heldere hemel, keer op keer wanneer zij een vliegveld hebben verlaten. De piloten zien tijdens hun werk bijna altijd zonneschijn. Althans in Europa en wanneer ze overdag vliegen.
In Azië heb ik tijdens een vlucht een keer meegemaakt dat het toestel in een onweersbui terecht kwam en gedurende de hele vlucht hadden de wolken en onweer het toestel in hun greep. Geen pretje. De stewardessen zaten groen uitgeslagen vast in hun stoelriemen, de bagage rolde hoorbaar van de ene naar de andere kant in het ruim, de motoren brulden om het toestel weer recht te trekken en hagel tikte op de huid van de romp. Ik was de enige passagier die nog rechtop zat en niet aan het bidden was. De piloten hadden wel de deur van de cockpit geopend. Zo kon je zien dat zij rustig bleven en zeer frequent contact met de verkeersleiding onderhielden. Echt een vlucht waar je vliegangst aan over zou kunnen houden, dat is mij gelukkig niet overkomen.
Zelfs bij mooi weer was er in dat werelddeel sprake van een gelaagd wolkendek, vele wolken die elkaar op diverse hoogten en met uiteenlopende snelheden passeerden. Een interessant schouwspel. Wie kent dat niet, starend naar een wolkenhemel passeren allerlei fantastische vormen. Gezichten, speelgoedberen, olifanten en poedels. En wanneer de zon ondergaat kleurt een lucht iedere dag weer anders en fotocamera's kunnen daarover meepraten.
En ook zonder foto's blijven bepaalde luchten in je herinnering bestaan. Mijn vader was mijn beste getuige. Tijdens een kampeervakantie, met een bungalowtent, aan een groot meer in het zuiden van Zwitserland zagen we gezamenlijk een merkwaardige lucht. Niet alleen met gitzwarte wolken, maar ook met kleurvlekken die je van wolken overdag niet gewend was. Roze, gele en oranje vlekken. Onheilspellend, letterlijk en figuurlijk. Nog geen half uur later was er sprake van stilte voor de storm, er ging veel dreiging uit van die lucht. Daarom gebood mijn vader mijn grotere broer, mij en onze moeder de tent in te gaan, de ritsen dicht te doen en ons goed aan de tentstokken vast te klampen. Hij zelf bleef buiten om de boel in de gaten te houden. Helaas is tentdoek niet transparant en moesten wij binnen veel aan onze fantasie overlaten. Zeer harde wind blies op het tentdoek, dat bol naar binnen ging staan. We hoorden mijn vader op het dak van de tent klimmen. Buiten was veel lawaai. Water stroomde de tent in, steeg en in een oogwenk dreef onze inventaris om ons heen. Luchtbedden, theezakjes, kleding en nog andere bezittingen. Om mijn vader niet teleur te stellen hingen wij aldoor krampachtig aan het skelet van die tent, het stijgende water trotserend. Na een kwartier werd het rustig en dorsten we naar buiten te gaan. Het was echter een zeer korte pauze. De harde wind stak weer op en binnen een mum van tijd hing het grootste deel van ons gezin weer aan het buizenstelsel dat de tent overeind moest houden. Mijn vader klom weer op het dak. En wederom moesten we de gebeurtenissen buiten die tent aan onze fantasie overlaten. Ook nu verstreek een kwartier en toen werd het stil. Dat bleef zo en daar dook mijn vader op. Hij had alles gade geslagen. De enige tent die nog overeind stond op die camping was de onze. Verder een ravage om ons heen. Omgevallen bomen, afgerukte takken, stukken textiel die ook ooit tent waren, verdwaald wasgoed en nog veel meer. Mijn vader kon zijn ogen niet geloven toen hij op het tentdak bivakkeerde en de windkracht in levende lijve had kunnen aanschouwen. Zelfs speedboten kwamen langs gevlogen, zo hard was die windhoos. Al stond onze tent nog overeind, de lol was er af en de volgende dag gingen we huiswaarts, een bijzondere ervaring rijker, dat weer wel.
Mijn ouders leken een soort abonnement te hebben en trotseerden allerlei natuurelementen die uit de hemel kwamen. Tijdens een wintersport vakantie sneeuwde het als nooit tevoren, aldus de lokale bevolking. Mijn vader was als eerste wakker en wilde uit de caravan stappen. Hij kreeg echter met geen mogelijkheid de deur open, zich afvragend hoe dat kwam. Dus opende hij een paar gordijnen om naar buiten te kijken en het enige wat hij kon zien was een witte massa, de sneeuw lag tot aan het dak van die caravan. Hij keek in een vriesvak als het ware. Geen wonder dat de voordeur niet wilde openen, net als in een café draaide die deur naar buiten toe. Vervolgens is hij via een dakraam naar buiten gegaan en begonnen met het uitgraven van het tijdelijke onderkomen.
Tijdens een andere reis naar Frankrijk werd het ook reuze spannend. Mijn ouders waren met zijn tweeën omdat mijn broer en ik al lang het huis uit waren. Sneeuw en de bergen achterlatend, waren zij afgedaald, meer naar het zuiden en neergestreken op een camping waar het mooi en rustig was. Totdat hevige onweersbuien losbarstten en het goot van de regen. Mijn vader ging buiten polshoogte nemen en mijn moeder wachtte geduldig in hun caravan, luisterend naar de druppels die op het dak en tegen de ramen werden gesmeten. Haar geduldige houding veranderde op het moment dat de caravan in beweging kwam, net een vertrekkend schip. Tegelijkertijd zag zij stralen water, die zich door de dichte voordeur naar binnen persten. Tijd om het schip te verlaten. Vanuit die caravan stapte zij in het donker in een soort meer en op hetzelfde moment kwam mijn vader aan, wadend door het stijgende water. En met de hond op zijn schouders in plaats van aan de lijn. Hij greep mijn moeder en met zijn andere arm de dichtstbijzijnde boom. Gelukkig een hoge boom, want het water bleef maar stijgen en zij klommen hoger om niet meegesleurd te worden. Vanuit die positie hebben ze beiden kunnen zien hoe auto en caravan zonder hun vertrokken en door het wassende, snelstromende water werden weggevoerd. Beelden die je een paar decennia geleden nog nauwelijks op televisie zag. Nu - enkele tsunami's en windhozen verder - raak je gewend om dit soort taferelen te zien omdat bijna iedereen een camera op zak heeft en netwerken nagenoeg direct het materiaal vertonen.
Dankzij de hoge boom hebben mijn ouders die overstroming overleefd. Door de zware regenval had zich nabij de camping veel water verzameld tegen een natuurlijke dam aan. Onder de toenemende druk van het snel stijgende water was die dam plotseling doorgebroken en al dat water stroomde direct over die camping.
Buurtbewoners hielpen mijn ouders aan kleding en andere benodigdheden. Niet lang daarna heb ik hen afgehaald toen zij per trein huiswaarts waren gekomen. In nogal hippe kleren en met sportschoenen aan stapten zij op het perron, ieder een vuilniszak dragend met enkele bezittingen die zij hadden teruggevonden. Een zeer ontroerend moment was dat.