donderdag 24 april 2014

Sekte

sek·te (dev(m)meervoud: sektessekten)1geestelijke stroming die afwijkt van een grotere waaruit zij is voortgekomen


Sekte rijmt misschien niet voor niets op gekte, doorgaans een stroming waar je ver van weg wilt blijven, ik in elk geval wel. Sekten maakt als woord weer deel uit van insecten en dat is precies zoals ik het ervaar. Wegwuiven, de andere kant oplopen of de spuitbus hanteren en in het uiterste geval plat slaan. Onbedoeld kreeg ik er zijdelings - en erger - mee te maken omdat mijn vroegere partner achter mijn rug om deel ging uitmaken van een sekte. Een religieuze beweging die voortkwam uit massale bijeenkomsten in Canada, opgezet en voorgezeten door aanvankelijk slechts een charismatische leider, velen zouden volgen. Net als bij een pyramide spel groeide de schare aanhangers onvoorstelbaar hard. Temeer daar de betreffende leiders geen enkel middel schuwen om het aantal volgelingen te doen groeien. Door zendtijd te verkrijgen op verschillende televisiekanalen, door websites on line te zetten, door boeken te publiceren en door steeds meer massa bijeenkomsten te organiseren, wereldwijd. Zij weten met gerichte campagne's stadions en concerthallen tot aan de nok toe vol te krijgen. Vervolgens verspreidt zich in rap tempo de boodschap dat deze leiders in staat zijn om zieken te genezen en arme mensen rijkdom te bezorgen. Veelal nemen zij zichzelf als uitgangspunt, want de hele beweging legt hen bepaald geen windeieren. Bij iedere bijeenkomst wordt via assistenten uitgelegd hoe je contant, per cheque en met een creditcard een flinke bijdrage kunt betalen. Hoe meer je geeft, hoe groter de kans op genezing en welvaart.
Een van die boodschappers is dagelijks op een eigen televisiezender te horen en te zien. Reist per privé jet van de ene bijeenkomst naar de andere. Slaapt in vijfsterren hotels. Heeft een autobus vol stafleden en bodyguards om zich heen en woont bovendien in een villa waar menig filmster jaloers op zou kunnen worden.
   Dat die mensen bestaan is nog tot daar aan toe, maar wat een ramp wanneer je metgezel er intuint en zich steeds dieper ingraaft in deze materie. En dat heb ik van dichtbij meegemaakt, vele, vele jaren geleden. Op uitnodiging van anderen ging zij naar zo een sektarische bijeenkomst. Aangeraakt door een van die televisiepredikanten had zij het idee dat de Heilige Geest in haar lichaam was ingetreden en eigenlijk is sindsdien een beetje normaal gesprek niet meer mogelijk geweest. Veel om mij heen was zondig, des duivels en ik was omringd door slechte invloeden. Gefeliciteerd. Ook in mijn huis moest nu een religieuze zender de boventoon voeren, doken als paddenstoelen overal briefjes op met citaten uit een bijbel en hoorde ik via allerlei luidsprekers gewijde muziek. Er was bijna geen ontkomen aan en gesprekken over die groeiende waanzin leidden alleen maar tot ruzie. Meestal probeerde zij de ruzie te sussen door te zeggen dat ik nog niet zover was, maar dat mijn dag spoedig zou aanbreken om eveneens tot inkeer te komen. Die dag zou nooit komen, dat wist ik zeker. Maar wat een ellende. Plotseling kwamen er mensen over de vloer die met dezelfde gekte behept waren. Er werd gesproken in wartaal, ingegeven door iets van boven. Ze gingen om mij heen staan en dansen, met het verzoek alle (schijn)heiligheid binnen te laten komen. Ellenlange gesprekken over het eeuwige leven hadden plaats. En over het hiernamaals, want daar wilden zij allen vast de beste plek reserveren voor wanneer het zover was. Op een dag overhandigde ik mijn partner de autosleutels en verzocht haar zo hard mogelijk te gaan rijden en een boom langs de weg uit te kiezen om die met volle snelheid te raken. Dan hoefde zij geen jaren en jaren te wachten totdat zij haar gereserveerde plaats in de hemel kon innemen, gewoon de kortste weg, letterlijk en figuurlijk. Van dat aanbod heeft ze nooit gebruik gemaakt.
   Ter illustratie van het geleden leed, hier twee citaten uit een eerdere tekst (Tropengekte) die ik - als de Schilder - hierover schreef:

De godsdienst
Nadat de Schilder zijn spullen vanuit zijn thuisland had laten verschepen en aansluitend naar Azië terugkeerde, werd hij geconfronteerd met veranderingen die zijn vrouw tijdens zijn afwezigheid in gang had gezet. Aanvankelijk vertelde zij dat het een proces was, op gang gebracht door het overlijden van haar vader een half jaar eerder. Het zou helpen om het verdriet te overwinnen, dat gold ook voor haar enige broer en zussen. 
Maar gedurende dat proces merkte de Schilder hoe ze een fanatieke bewonderaar werd van allerlei televisie predikanten, hoe zij in tienvoud religieuze boeken begon te lezen over het leiden van een succesvol leven, het dienen van God en het genezen van andere zielen. En bovenal was zij overtuigd geraakt dat de wereld in 2012 zou vergaan en vele zielen gered dienden te worden om gezamenlijk het hemelrijk te kunnen betreden wanneer het zover was. Iedere dag las zij tot in detail de Bijbel, uren achtereen. Ze maakte korte aantekeningen met citaten uit dat boek en plakte die op de tafelrand van de tafel waaraan zij gewoonlijk plaatsnam. Alvorens in slaap te vallen was zij in staat meerdere hoofdstukken te lezen in religieuze boeken en de Schilder kreeg steeds meer het gevoel in een kerkgebouw te wonen en te werken.
In een poging vooruit te kijken, vroeg hij haar herhaaldelijk waarom zij zo blij was met deze metamorfose. Haar antwoord luidde vervuld te zijn van liefde, niets kon haar nog in de weg zitten en ze had een duidelijk afgebakende taak, andere zielen redden en het Woord verspreiden. Om meer te weten te komen over dit onderwerp, raadpleegde de Schilder het internet en bekeek hij videofragmenten op YouTube waarin gelijkgestemde predikanten optraden. Hij had het gevoel naar theatervoorstellingen te kijken. Podia met duizenden toeschouwers er omheen, luisterend, zingend en vol hoop. De religieuze voorgangers beweerden dat zij mensen konden genezen en dat een financiële bijdrage hun enorm zou helpen om hun zendingsactiviteiten uit te kunnen breiden om vervolgens welvaart te zullen brengen aan alle gulle gevers. Als bewijs waren zij onbescheiden genoeg om hun eigen welvaart uitgebreid te etaleren. Sommigen van hen verzorgen dagelijks een televisieprogramma, waarin keer op keer de boodschap terugkeerde over het redden van zielen, de verlossing, het genezen van mensen en het brengen van geluk. Miljoenen mensen schenen naar die uitzendingen te kijken en te luisteren. Alles bij elkaar zag de Schilder gelijkenis met mensen die verslaafd raken aan verdovende middelen. Deze volgelingen moesten telkens maar weer zien hoe zij met regelmaat hun portie geluk en verlichting konden scoren.
Maar hij probeerde zijn hoofd koel te houden. Hopende dat deze extreem godsdienstige uitingen na een aantal maanden zouden stoppen en dat slechts geduld het juiste medicijn was om die hoop te voeden (la patience est l’art d’espérer).
Echter, met enkele meer ontspannen momenten als uitzondering, het proces stopte niet. Zijn vrouw was werkelijk overtuigd van het feit dat zij met de Heilige Geest kon communiceren, sterker nog, zij vertelde dat zij was vervuld van deze geest en die ervaring zou haar leidraad voor het verdere leven zijn. Door bijna onophoudelijk met haar hand te schudden gaf zij uiting aan dat gevoel, zelfs wanneer zij auto reed stopte dat opmerkelijke schudden niet. Naast haar religieuze bezigheden in huis bezocht zij regelmatig kerken waar zij gelijkgestemden kon ontmoeten. En soms kwamen na zo een bijeenkomst sommige sympathisanten met haar mee naar het huis van de Schilder om gesprekken te voeren over het geestelijke leven, oneindigheid en aanverwante onderwerpen.
De buitenlandse predikant, die haar de Heilige Geest had bezorgd, kondigde aan terug te keren voor een nieuwe sessie in een knots van een kerkgebouw op het eiland. Zij informeerde onmiddellijk haar broer en zussen in de hoofdstad en verzocht hen om ook te komen. Dat zij daarvoor een kostbaar vliegticket dienden aan te schaffen en anderhalf uur moesten vliegen was geen punt. Min of meer in paniek verkerend, bezocht de Schilder Italiaanse - katholieke - vrienden die hij kende via de school van zijn dochter. Hij moest zijn hart luchten over het fanatisme en het extremisme dat hem omringde. Zij luisterden aandachtig en gaven de Schilder het advies om die sessie bij te wonen en hij overwoog gehoor te geven aan dat advies. Alleen maar om te weten te komen wat zich precies afspeelde tijdens deze religieuze bijeenkomsten. Hij belde zijn vrouw en zij was erg blij om te horen dat hij mee zou gaan, zij dacht natuurlijk dat hij eindelijk lid van die club zou gaan worden.
De Schilder had nog nooit eerder een soortgelijk kerkgebouw gezien. Hij was opgegroeid en opgevoed als een katholiek tot zijn twaalfde jaar en meer gewend aan kathedralen en kapellen, ook onder invloed van de kunstgeschiedenis. Dit leek meer op een toevluchtsoord voor luxe vakanties, met veel marmeren versiering, een hele grote parkeerplaats en een indrukwekkende fontein bij de ingang. Binnen in het gebouw werkte de airconditioner op volle toeren, het was er ronduit koud. Er was een podium met een professionele band, volledig uitgerust met versterkers, microfoons en luidsprekerboxen. Voorin was een projectiescherm, minstens vijfentwintig vierkante meter groot qua oppervlakte en een respectabel aantal VJ’s zou blij zijn hier op te mogen treden tijdens een dansfeest. Maar het aanwezige genootschap keek naar een projectie van langzaam langstrekkende wolkenluchten, een joekel van een kruis centraal op de voorgrond en steeds nieuwe regels met gele ‘karaoke’ tekst  onder aan het scherm. De Heer en zijn goedheid ophemelend. 
Alle aanwezigen begonnen te zingen en met hun armen te zwaaien, de Schilder was de enige - staande ergens in het midden van de zaal - die niet bewoog. En toen kwam het hoogtepunt.
De buitenlandse predikant stapte naar voren en begon een verhaal over hoe hij drugs verslaafden, prostituee’s en criminelen had benaderd en had weten te bekeren. Die waren allen verlicht nu, dankzij zijn inspanning. Halleluja klonk het uit alle hoeken van het kerkgebouw. 
“Wij zijn vervuld van zonden”, luidde zijn betoog, “we hebben allemaal problemen, ziektes en daarom zijn we hier, om elkaar te helpen”. Opnieuw Halleluja. Vervolgens introduceerde hij zijn sessie om genezend werk te gaan verrichten en vroeg iemand die keelpijn zou hebben naar voren te komen. Een man verscheen in het midden van de ruimte en de predikant raakte zijn voorhoofd aan. De man viel onmiddellijk naar achteren op de grond en werd opgevangen door personeel van de kerk, die de indruk wekten voorbereid te zijn op deze actie. De man op de grond leek in diepe slaap te zijn en kreeg een deken over zich heen. De Heilige Geest had hem aangeraakt, zo luidde de boodschap. De predikant herhaalde deze handeling bij tal van mensen en uiteindelijk nodigde hij iedere aanwezige uit om naar voren te komen, zich op te stellen in rijen en zo raakte hij ze een voor een aan. Stuk voor stuk vielen zij naar achteren en werden opgevangen door degenen die nog op hun beurt stonden te wachten. De Schilder had dit van zijn leven nog niet meegemaakt en stond nog steeds - nu in zijn eentje - in het midden van de ruimte. Hij besloot eens rond te gaan kijken en observeerde een aantal ‘slapende’ mensen van dichtbij. Hij zag hun oogleden trillen en kon alleen maar constateren dat ze allen gehypnotiseerd waren.

Hij had behoefte aan frisse lucht en liep naar buiten. Toen de sessie voorbij was en de deelnemers het gebouw begonnen te verlaten, kwam de predikant naar buiten en benaderde onmiddellijk de Schilder met de vraag of hij voor het eerst aanwezig was geweest. 
“De eerste keer en de laatste keer”, antwoordde hij, “dit was de grootste ‘karaoke’ show die ik ooit in mijn leven heb meegemaakt”. Maar dit soort predikanten geeft de moed niet op en de volgende dag belde hij de Schilder op zijn mobiele telefoon. Zijn aanstaande ex had waarschijnlijk zijn contact informatie doorgegeven. Hij wilde graag een ontmoeting regelen en enkele uren later zaten zij met elkaar te kletsen aan de rand van het zwembad in zijn hotel. Over de Bijbel, het eeuwige leven, het Christendom, zonde, kerkgenootschappen en tal van aanverwante zaken die geen grote rol speelden in het dagelijkse leven van de Schilder. Nu echter wel door de keuzes die zijn vrouw had gemaakt. De Schilder beschreef de Bijbel zijnde een tijdschrift dat heel veel tijd en vele medewerkers nodig had gehad om te kunnen verschijnen. De predikant bleef het een boek noemen. De Schilder weigerde de verklaring aan te nemen dat alle mensen vervuld zijn van zonden. De predikant bleef volhouden. De Schilder drukte zijn bezorgdheid uit over massa bijeenkomsten die zijn opgedragen aan het geloof. De predikant trachtte uit te leggen hoe mooi het wel niet was om zo veel volgelingen te tellen. Tegen het einde van het gesprek vroeg de predikant of de Schilder geloofde in oneindigheid. 
“Jazeker”, antwoordde hij bevestigend. Naar zijn mening was het lichaam een voor onbepaalde tijd gehuurde verpakking en na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum door overlijden, kon de ziel of geest vrij reizen en uiteindelijk oneindigheid in tijd en ruimte begrijpen. Een ander concept betreffende religie.
“Maar”, vroeg de predikant, “wil je dan niet weten waar je heen gaat als het leven ophoudt?”. Kennelijk dacht hij aan het fenomeen hemel en hel. 
“Nee”, antwoordde de Schilder, “ik reis altijd zonder enkele garantie en dat geldt ook hier”. De predikant bleef stil. 
“Dus”, vervolgde de Schilder, “dat is het grote verschil tussen ons, jij wil het antwoord weten omdat je bang bent en ik wil niet weten waar ik heen ga, ik heb niets te vrezen in dat opzicht”.
Daar hield de gedachtewisseling op en de predikant suggereerde dat de Schilder hem altijd kon benaderen wanneer hij daar behoefte toe voelde. Tegelijkertijd beseffend dat dat waarschijnlijk nooit zou gebeuren.

Omdat de onverwachte ontmoeting na schooltijd plaatsvond, volgde zijn dochter het hele gesprek. Zo kon zij horen en zien dat de Schilder niet uit was op een botsing aangaande het geloof en heel beleefd was gebleven ten overstaan van de predikant. Eenmaal thuisgekomen diende zich een onderwerp aan in een gesprek tussen de Schilder en zijn vrouw en zij suggereerde hem die buitenlandse predikant eens te ontmoeten, ze was nog steeds onder de indruk van zijn optreden de dag ervoor. De Schilder keek op zijn linkerarm alsof hij een horloge droeg, wees met zijn vinger naar de pols en zei dat hij die predikant net een paar uur daarvoor uitgebreid had gesproken. Daar geloofde zij niets van, maar hun dochter kon het bevestigen. Zij zelf zou nooit en te nimmer die predikant benaderd hebben, te gevaarlijk om met hem een discussie te beginnen, hij was de man tussen God en de volgelingen, te ver weg om contact mee te leggen.

Grenzen
Er kwam maar geen einde aan het religieuze proces waarin zijn vrouw aan het verdrinken was. Het was net eb en vloed, dichtbij, ver weg, dichtbij enzovoorts. En gelijkend op dat natuurverschijnsel, had hij het gevoel dat het proces nooit zou ophouden. Zij vertelde vaak dat zij nog niet eerder zo gelukkig was geweest. Zelfs een van haar zussen moest toegeven dat zijn aanstaande ex de meest fanatieke was in het hele gezin. De hoeveelheid religieuze boeken in huis groeide gestaag. Ze kreeg het voor elkaar om vier verschillende Bijbels te bezitten, een kleintje incluis voor onderweg. De televisie stond nagenoeg dagelijks afgesteld op een religieus kanaal dat via satelliet te ontvangen was. In de auto oversteeg een verzameling CD’s met gewijde muziek zijn eigen collectie popmuziek. Ieder tekstbericht dat hij van haar per telefoon ontving eindigde met de tekst ‘God bless you’, in latere tekstberichten voor het gemak ingekort tot GBY.

De Schilder probeerde uit te vissen waarom dit allemaal kon gebeuren. Misschien was hij een te energiek persoon in haar ogen, te overheersend, waardoor zij zich nogal onzeker voelde over zich zelf. Veelvuldig had hij geprobeerd haar te helpen met het ontplooien van eigen activiteiten, maar het hield altijd op door gebrek aan motivatie. Cultuurverschil? De veertien jaar dat zij samen waren had zij last van ziekelijke jaloezie, zelfs koffiedrinken met een andere vrouw was al verdacht. In huis was ook niet veel te doen, personeel deed het schoonmaakwerk, kookte en onderhield de tuin. Waarschijnlijk kende haar leven een soort leegte en kon de religie dat gat uitstekend dichten. En in haar oorspronkelijke omgeving, haar thuisland, werd fanatieke geloofsbeleving van harte ondersteund. Anders had ze ook nooit zoveel vrienden kunnen maken via de kerk. Maar een bevredigend antwoord was moeilijk te ontdekken, het maakte haar niet uit of de Schilder begrip toonde of niet. Ze ondernam slechts bij herhaling pogingen hem bij haar religie te betrekken en zag in dat die opgave een onmogelijke bleek te zijn.
Op een dag raakte de Schilder heel erg van slag. Zijn vrouw kwam naar hem toe en liet een gedrukte folder zien, waarin de teksten in haar moerstaal waren geschreven. Het omslag was versierd met een witte duif, had hier en daar een gouden kleur en droeg de titel van een kerkgemeenschap die was gehuisvest in het ouderlijk huis waar zij was opgegroeid en waar nog steeds een aantal gezinsleden woonde en werkte.
Voor zijn gevoel kwam de religie nu veel te dichtbij en hij voorzag de nachtmerrie dat zijn eigen huis het volgende filiaal zou kunnen worden. Vol gitaarmuziek, uitgevoerd door amateurs, overdreven handgeklap, verlicht en verheven gezang alom en het ritme van tamboerijnen op de achtergrond. En de begeleidende rituelen. Het besprenkelen van beelden met gewijd water en heilige olie, idem dito tegen de muren en op de hoofden van de aanwezigen. De Schilder had hiervan al enkele malen een voorproef gezien. Iemand in hun midden genezen van het een of ander of gasten uitnodigen hiervoor, zodat zij konden bewijzen over helende gaven te beschikken. Inwijdingsrituelen in het zwembad. Lange gebedssessies en nog veel meer. Een andere vorm van tropengekte.

Nu zijn we minstens vijf jaar verder en de gekte en de sekte zijn nooit opgehouden. Sterker nog, de gekte werd steeds gekker, zonder dat de betrokkene het zelf in de gaten had. Ik merkte het echter door het ontbreken van volwassen contact wanneer je iets wilde bespreken omtrent de dochter die je samen hebt en voor wie je je als ouder vanzelfsprekend verantwoordelijk voelt. Enkele jaren geleden heb ik - na een heel vervelende ontmoeting vol verwijten en onzinnige opmerkingen - besloten om de moeder van mijn dochter nooit meer te (willen) zien. Met alle gevolgen, want mijn dochter woonde destijds bij haar moeder en een bezoekregeling, daar had zij nog nooit van gehoord. Waar zo een sekte al niet toe kan leiden. Het opbreken van je gezin, het moeten aanhoren van enorme onzin, het verplicht verhuizen en het met grote regelmaat missen van contact met je eigen kind. Maar goed, mijn dochter was zo verstandig om weg te gaan bij haar moeder en woont nu bij mij. De portie godsdienst die zij meekreeg werd ook haar te gortig, temeer daar er niets gedaan werd aan scholing, gezondheidszorg en meerdere zaken die een prettige toekomst kunnen helpen garanderen. Dat is nu veranderd, nieuwe deuren hebben zich geopend, maar een deur, die kerkdeur, die heb ik voorgoed dichtgegooid, het kon niet anders.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten