Net als met slangen is het een benauwende gedachte dat krokodillen zowel op het land als in het water gedijen. Dus kom je er een tegen, dan kun je eigenlijk geen kant op. Eens was ik op het Indonesische eiland Sumatra en daar bezocht ik een dierenpark waar ze een vijver met alleen maar krokodillen hadden. Tientallen van deze monsters lagen doodstil op de loer. Alsof het natuurgetrouwe sculpturen waren. Althans zo kwam het op mij over. Sommigen hadden langdurig de bek wijd open gesperd, een tandarts zou moeiteloos hun conditie kunnen checken. Roerloos als boomstammen lagen ze daar, de enige waarneembare beweging was af en toe een knipoog. Zo van maak je maar geen zorgen en je zou bijna een hand naar ze uitsteken om te testen of ze echt waren. Een kinderlijk geïllustreerd bord maakte echter duidelijk dat je beter niet de gebrekkige afrastering kon passeren, ook niet gedaan dus. Toen was het voedertijd en dook een verzorger op met emmers vol levende kippen. Een voor een slingerde hij een kip in de tropische vijver en de gevolgen waren immens. Vechtend om dezelfde kip veranderden die beesten de vijver in een golfslagbad. Nooit gedacht dat zo een log beest zo snel kon handelen en nu schoten ze kris-kras door het troebele water. Jagend op hun kip. Die suffe illustratie voor bezoekers won enorm aan waarde bij het zien van die slachtpartij en mijn angst voor die beesten werd er zeker niet minder om.
Helemaal niet nadat een goede vriend van mij voor een omroep een reportage had gemaakt over zoutwater krokodillen in Australië. Een werelddeel waar sowieso de gevaarlijkste beesten ter wereld voorkomen. Schattige kleine spinnetjes die met een beet een heel mens de dood in jagen. En hele grote haaien die surfers aan stukken bijten en - indien je het overleeft - toch wel flinke littekens en verminkingen achterlaten. En dan die krokodillen. Klein van stuk, maar met venijnige tanden en quasi ontspannen rondzwemmend in hetzelfde zeewater waar jij denkt af te koelen. Ook op vakantie, totdat ze honger hebben of gewoon willen pesten. Je zal toch zo een beest aan je been hebben hangen, ik moet er niet aan denken. Des te gekker is het wanneer je on line een beetje rondkijkt naar afbeeldingen van krokodillen, dat je dan onder andere speelgoedbeesten tegenkomt die een krokodil voorstellen. Een krokodil als knuffel, gekker kun je het niet maken om een baby op de kast te krijgen en wie weet moet ik nog steeds verwerken dat ooit een oom met zo een cadeau mij heeft willen plezieren. Geef mij maar een ouderwetse beer (ook gevaarlijk trouwens), kameel of een zachte poes. Dan slaap je een stuk lekkerder. In ons taalgebruik kennen we sinds lange tijd het begrip krokodillentranen, geveinsd verdriet zogezegd. Waar die uitdrukking vandaan komt is niet geheel duidelijk, maar men denkt dat een krokodil traanvocht afscheidt om de ogen te reinigen en ook om na de maaltijd het zoutgehalte op peil te brengen. Nou, ook al huilt een krokodil zich suf in mijn bijzijn, troosten zal ik het beest nooit en te nimmer.
Krokodil is trouwens ook een populaire naam voor een huisgemaakte, sterk verontreinigde harddrug: desomorfine genaamd. Een goedkoop, maar reuze destructief alternatief voor heroïne en tussen de knuffels kwam ik op het scherm afbeeldingen tegen van gebruikers met afschuwelijke verwondingen door dit zeer verslavende spul. Tot op het bot, vandaar de benaming vermoedelijk.
Wel weer leuk dat de krokodil (net als slangen) mensen aanzet om tassen en schoenen te ontwerpen met die (al dan niet nagemaakte) huid en structuur. Dat komt vast door een gevoel van triomf, ik was het monster de baas en nu heb ik een trofee. In Rotterdam is een schoenenwinkel (mascolori) waar ze bijzonder fraaie schoenen verkopen met namaak krokodillenhuid als materiaal. Fascinerend zolang ze niet bijten! In ieder geval is een dergelijke trofee een stuk bruikbaarder en ook veel aangenamer dan een hertengewei aan de muur of een opgezette vos in je woonkamer. Dat vind ik haast nog enger dan een krokodil in het echt.
Nog even over echte krokodillen gesproken, het is een keer voorgekomen dat iemand in de buurt van een krokodil haar mobiele telefoon liet vallen. Tja, even gauw terug graaien doe je dan zeker niet en vervolgens hapte dat beest en verorberde die telefoon. Haar metgezellen belden meteen haar nummer en ja hoor, daar rinkelde het apparaat in de buik van het monster. Indien de batterij het nog enige tijd vol kon houden zal die krokodil hebben moeten leren leven met de vibratie en de 'ringtone' van het betreffende toestel. Leuk idee wel, een krokodil die - afhankelijk van het binnenkomend verkeer - verschillende melodietjes ten gehore brengt. Zo kom je toch weer in de buurt van het knuffelbeest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten