dinsdag 23 november 2021

Reis door mijn kamer in Alès

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Naar aanleiding van "Voyage dans ma chambre", Xavier de Maistre, 1794)

Ruim twee jaar heeft die reis geduurd, van half mei 2019 tot half oktober 2021. Weliswaar met een onderbreking omdat ik twee maal werd opgenomen in een ziekenhuis voor een operatie. De kamer was 36 vierkante meter, berging en badkamer meegeteld. In feite een vierkant vloer oppervlak, 6 bij 6 meter om precies te zijn, opgedeeld door scheidingswanden. Je moest nu en dan "Egyptisch" lopen, zeg maar met een gedraaid lijf. Vooral omdat midden in de ruimte een bed van 2 bij 2 meter stond, dat komt neer op een obstakel van 4 vierkante meter, midden in het woongedeelte. 

Voor vrienden omschreef ik het onderkomen als een caravan zonder wielen, in een handomdraai had ik alles bij de hand: kleine keuken, wasmachine, oven, kleine eettafel, boeken en DVD's, kleding, schoenen, gereedschap, badkamer (zelfs met ligbad!), materiaal om te schilderen en een werktafel met printer en computer. Mijn dochter hielp mij aan een bureaustoel die ze bij het afval zag staan vlakbij de woning. Bij de allereerste bezichtiging, toen de ruimte leeg was, vond ik de sfeer voldoende aantrekkelijk. De muren waren wit geverfd, de deuren in neutrale grijstonen, er was een berging met legplanken, centrale verwarming en de enige tegenvaller was een wel heel miniem keukenblok. Dus het eerste wat ik deed toen ik de sleutel op zak had, was met hout dat ik in een opslag had liggen een keuken samenstellen, met legplanken, een werkblad en een kookplaat, want die ontbrak ook. Dat allemaal geschilderd in anthraciet kleur en zo begon de ruimte te verbeteren voor het hebben van dagelijks gebruiksgemak. Gordijnen en lampen opgehangen, een projector geïnstalleerd om grootbeeld films te kijken en een terrastafel met klapstoelen geplaatst om daar te kunnen eten en eventueel bezoek te kunnen ontvangen. Je kunt nu eenmaal niet iedere bezoeker uitnodigen om op het bed te gaan liggen, uitzonderingen daargelaten. 

Tijdens het wonen aldaar kwamen de gemakken en de ongemakken aan het licht. Allereerst het gemak van een relatief lage huur, dat soort woningen zijn bedoeld voor mensen met een beperkt inkomen, zoals ik. Tweedens was het praktisch goed te doen om het geheel schoon te houden of schoon te maken. Met bezem en een (tweedehands) stofzuiger was je binnen een kwartier klaar. En verder, ook om te koken en te eten hoefde je slechts korte afstanden af te leggen. En de ramen waren gericht op het oosten, dus bij mooi weer altijd een stralende ochtendzon in huis. Was ik moe of had ik spierpijn, dan deed een ligbad wonderen om het lijf te verwennen. Om te ontspannen keek ik films op groot formaat geprojecteerd op de muur en met goed geluid. 

Toen werd het winter, zakte de buitentemperatuur aanzienlijk, soms tot rond de nul graden Celcius en zo bleek dat de ruimte nauwelijks warm te krijgen was. Tja, een gebouw uit de zeventiger jaren met veel beton en een niet geïsoleerde vloer, benedenwoning zonder aangrenzende, stokende buren en een lange wand die aan het entreegebied grenste, dat hielp ook niet om warm te worden. Plus een heel oude verwarmingsketel (die inmiddels is vernieuwd) en dito radiatoren, die bovendien nooit een schoonheidsprijs zullen winnen. Die winters daar heb ik thermisch ondergoed gedragen, dikke vesten aangetrokken en bij mijn benen een electrische radiator (gevuld met olie) geplaatst om toch iets van warmte te voelen. Slapen bij die kou was geen probleem met een fatsoenlijk dekbed om onder te kruipen. Het tweede ongemak betrof mijn werk: schilderijen schilderen. Althans op een formaat dat ik gewend was, een doek van minstens een vierkante meter. Dat kon daar gewoon niet, ook omdat je tijdens het werk achteruit moet kunnen lopen om het doek in wording te beoordelen. Om het op de grond neer te leggen, daar was geen plaats voor, mijn bed was geen opklapbed. Dus zat er niets anders op dan op klein formaat te werken en dat heb ik gedaan. Maar wat miste ik het atelier dat ik voorheen wel had, zowel in Amsterdam, in Bali als in het kasteel in Frankrijk. 

Des te meer hield ik mij bezig en staande met fantaseren in die beperkte ruimte en vooral door virtueel te reizen per computer, want de internet verbinding was prima, helemaal toen ik een glasvezel verbinding kreeg. Ik voelde me een heuse surfer op de electronische golven. Zo ging ik regelmatig naar Amsterdam en weer even terug naar Bali, waar intussen Google Streetview ook was geweest, zelfs tot aan de villa waar ik woonde. Ik vloog over fraaie en bijzondere landschappen in en buiten Europa. Ik zag het nieuws wereldwijd en met hulp van vrienden kon ik meekijken naar Nederlandse televisieprogramma's die de moeite waard waren en/of de actualiteit volgden. Ruim een half jaar later, begin 2020, begon Covid-19 huis te houden en het duurde niet lang tot ik veroordeeld werd, zoals vele anderen, tot binnen blijven. Hooguit de deur uit om eerste levensbehoeften aan te schaffen en zo zag ik gedurende lange tijd slechts het personeel van de dichtstbijzijnde supermarkt. Je was bij iedere stap buiten de deur verplicht om een formulier in te vullen en bij je te dragen ter verklaring waarom je je huis had verlaten. Wel kwamen er via verschillende media allerlei grappige berichten binnen om de moed er in te houden en binnen mijn vriendenkring vond iedereen de toestand merkwaardig en onzeker, ook buiten Frankrijk. De mensen met een tuin, balkon of terras en ook zij met een hond klaagden het minst over dat verplichte thuiszitten. Die hadden een mogelijkheid tot ontsnappen. 

Mijn ontsnapping - ter onderbreking van de reis door de kamer - was een onverwachte. Ik voelde mij in het voorjaar plotseling heel benauwd en dacht dat het een van de symptomen van Covid-19 zou kunnen zijn. Zitten, liggen, rondjes door de kamer lopen hielpen niet om beter te kunnen ademen en na ruim een uur besloot ik een ambulance te bellen. Die kwam en weer een uur later lag ik op een brancard in het ziekenhuis waar ik een nacht verbleef ter observatie en waar ik zuurstof kreeg toegediend. Een dienstdoende cardioloog oordeelde de volgende ochtend dat ik een gedetailleerd hart onderzoek nodig had, waarbij ze met een miniscule camera je vaten en hartkamers kunnen checken. Dat moest echter plaats vinden in een ander meer gespecialiseerd ziekenhuis in Nîmes en eigenlijk had mijn eigen cardioloog eerder al op zo een onderzoek aangedrongen, maar de pandemie en bijbehorende afzeggingen ter behandeling had roet in het eten gegooid. Per ambulance was het een klein uur rijden en nog dezelfde dag vond het onderzoek plaats, dat kon dan weer wel snel dankzij al die afzeggingen en vanwege de urgentie. Ik zal veel details achterwege laten, maar de conclusie was wel dat ik spoedig geopereerd diende te worden om mijn hart van 4 omleidingen te voorzien. In het Frans heet dat "pontages" en aanvankelijk had ik - wakker wordend van het onderzoek - geen idee waar die arts het over had, ik knikte gewoon instemmend. Pas terug op de afdeling hartbewaking kon ik on line vinden waar het werkelijk over ging en dat was natuurlijk schrikken. Te meer omdat ik geen bezoek kon ontvangen om dit nieuws te delen, gedeelde smart is uiteindelijk halve smart. Na twee eenzame dagen - alhoewel het verzorgend personeel alleraardigst was - heb ik het lot geaccepteerd en alles over mij heen laten komen, ook het feit dat mijn borstkas opengezaagd zou worden en dat er tevens vaten uit mijn benen zouden worden getransplanteerd. De operatie en het herstel verliepen goed, maar een reis terug naar mijn kamer in Alès zat er nog niet in. Eerst revalideren in een speciale kliniek en dat was in Avignon. Drie weken fietsen, ademhalings oefeningen, talrijke medicijnen, controle van de littekens en toen was ik weer een vrije jongen. Je zou kunnen zeggen dat ik de "lockdown" periode zeer efficiënt heb benut, want toen ik de kliniek verliet kwamen er ook versoepelingen ter vergroting van ieders bewegingsruimte.

Maar over bewegingsruimte gesproken, die bleef - behalve in mijn hoofd - zeer beperkt in de kamer en ik was op die ruimte aangewezen voor verder herstel, hetgeen overigens goed ging. Wat mij mede goed heeft gedaan, in het ziekenhuis en erna, was het schrijven van "haiku's" en die vervolgens uit te brengen in een boekje in kleine oplage om aan vrienden en bekenden te verkopen. Teksten onder andere over het corona virus, over de seizoenen en over de bevindingen rond de hart operatie. Een bevriend echtpaar heeft mij geholpen om ook een Franse versie uit te kunnen brengen. In het najaar van 2020 liep ik een verpleegkundige tegen het lijf en dat werd een kortstondige liefdesrelatie, daar was ik wel aan toe na het repareren van mijn gebroken hart. En gezien de maanden die er aan voorafgingen kon het zeker geen kwaad een verpleegkundige in de buurt te hebben. Maar begin 2021 hield het contact plots op, helaas want ik vond haar sympathiek. Dan maar geen relatie en zo ging het een half jaar lang. Totdat zij in de zomer ineens weer contact opnam en vroeg of ik haar weer wilde gaan zien. Nou, dat wilde ik best, eerst ging ik nog varen in Griekenland met een Nederlandse vriend, maar daarna zou geen probleem zijn. Ze had werk gevonden bij mij in de buurt vertelde ze en zij was er ook aan toe om Antibes - waar zij woonde en werkte - de rug toe te keren. Of ze dan voor een tijd bij mij kon logeren. De afstand - 3,5 uur rijden tussen onze woonplek - had ook bijgedragen om de relatie stop te willen zetten in haar ogen. Al pratende kwamen we op het idee gezamenlijk een onderkomen te gaan zoeken/vinden, ook vanuit de wetenschap dat mijn kamer al aan de kleine kant is voor één persoon, laat staan voor twee. Laat dat nou gelukt zijn, een huis dat aan alle voorwaarden voldeed en zodoende verhuisden we haar en veel bruikbare spullen vanuit mijn kamer, die nu "slechts" dienst zou gaan doen als atelier om te schilderen en om mijn werk op te slaan. Laat het nou ook gedeeltelijk mislukt zijn, want om allerlei redenen stortte zij vrij snel in en verkoos haar spullen wederom in te pakken en een tijd bij familie in Lyon te gaan verblijven. Die baan in de buurt heeft ze afgezegd. En zo is mijn reis door de kamer grotendeels beëindigd en woon ik nu in een echt huis met terras, kleine tuin, logeerkamer en een heel aangename woonkamer. Zo mag die pandemie voortduren als het nodig is, ik moet alleen als een gek proberen mijn inkomsten zien te vergroten wil ik maandelijks de huur en bijbehorende kosten kunnen betalen. Om te beginnen heb ik alle verlichting omgezet in LED lampen die weinig vermogen verbruiken. En ik verwarm alleen de woonkamer, alle beetjes helpen!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten