zaterdag 12 april 2014

Wig















Het begon natuurlijk - voor zover ik weet - al bij mijn vader. Hé Wig, hoe gaat het? Mijn vader had niet in Leiden of in Utrecht gestudeerd, dan was het vast anders gelopen. En zo raakte ik van kinds af aan al snel gewend aan die kortere benaming voor Wigman. Nog niet wetend dat je met een wig een deur kunt vastzetten, dat het pruik betekent in het Engels en dat je met een wig onder de banden een truck met oplegger op een helling achterlaat wanneer je die parkeert. Om te voorkomen dat tijdens je koffie pauze de hele combinatie er vandoor gaat zonder bestuurder en met alle gevolgen van dien. En zo gebeurde het dat ik met de bevriende DJ Ocean wel eens optrad als VJ Wig. Hij heette eigenlijk Eugène, maar dat konden ze in Azië niet goed uitspreken, het werd Ocean. Wig ging vrij goed, ook wel uitgesproken als 'Wik'. Eugène had een kale kop en daardoor vond ik het des te leuker om als VJ Wig een langharige pruik op te zetten tijdens onze optredens. Wel erg warm in de tropen, dus na een uurtje moest ie weer af.

Mijn korte naam eer aandoende was ik eens op pad met mijn agente in Amsterdam en zij had na een fotosessie een mooie pruik op zak, gemaakt van echt haar. Stond mij goed en we gingen samen naar een café waar een aantal vrienden van haar aan het biljarten waren. Ik zag er uit als een hippie, die al heel lang niet bij een kapper op bezoek was geweest en niemand om mij heen was verbaasd mij zo te zien. Totdat ik het uiteindelijk heel warm kreeg, ging zweten en pardoes die pruik afdeed. Ha, verbazing alom, zo echt was ik overgekomen met die lange haren. Diezelfde agente noemde mij ook frequent 'Wiggie'. Met als gevolg dat zij per post meerdere malen een ansichtkaart naar mij stuurde met dezelfde aanhef. Ik had een hele vrolijke postbode met piercings, hoge zwarte schoenen, een punk kapsel en hij zong altijd aria's tijdens zijn bezorg ronde in mijn buurt. Daar doorheen hoorde ik het geklepper van de brievenbussen en zo wist ik wanneer het volume toenam dat hij mijn huis naderde. Dan belde hij aan met een stapel post in zijn handen en zei: wiggie, wiggie, wiggie, wat heb je weer een hoop post vandaag! En wanneer je jarig was belde hij aan om te feliciteren, zo grondig bekeek hij de post. Zijn opvolger was ook grappig. Die had heel lang, rood haar (geen pruik), tot een staart samengebonden. Wanneer ik op reis was geweest en mijn buurtgenoten post had gestuurd, dan kwam ik hem later tegen en vroeg hij meteen hoe het was geweest in het betreffende land. Jaren later had ik - na verhuizing over de grens - een tijdlang een papieren adres in een andere buurt bij vrienden en de roodharige postbode deed toen de bezorging bij hen. Hij informeerde meteen hoe het met die Wigman ging en wanneer hij verhuisd was. Vandaag de dag verliezen de postbezorgers hun kwaliteiten als onderzoeker en detective ten gevolge van het internet verkeer. Het sturen en ontvangen van ansichtkaarten is nagenoeg een museale activiteit geworden, voor zo ver het niet electronisch plaatsvindt. Want zelfs mijn moeder - die nu 84 jaar oud is - stuurt geinige, interactieve kaarten met toeters en bellen per website en niet per reguliere post. Ik kan mij ook niet herinneren in de afgelopen 15 jaar een ansichtkaart per post te hebben ontvangen.
   Dankzij hetzelfde internet heb ik kennis kunnen maken met Wigman aan de andere kant van de wereld. In Papoea-Nieuw-Guinea (de onafhankelijke buren van Irian Jaya, vroeger Papoea geheten) woont een stam die 'Huli Wigmen' heet. Alle stamleden hebben fraai beschilderde gezichten en haar extensies, daar komt de naam 'Wigman' bij hun vandaan. Helaas heb ik ze nooit in levende lijve kunnen begroeten (komt misschien nog eens), maar het was een feest om ze in een korte film te zien dansen. Ik ben best wel benieuwd hoe ze zouden reageren wanneer ik ze ooit opzoek en mijzelf aan hun voorstel als Wigman. Misschien wel verstandig om voldoende verf mee te nemen en vooraf vast mijn gezicht te beschilderen en mijn kleding iets aan te passen. En eerst even een Franse haan kaalplukken en de veren op mijn kop plakken. Zoiets.

Een andere leuke kennismaking gebeurde per ongeluk in een boekhandel met antieke boeken in Berlijn, toen nog West-Berlijn aan de democratische kant van de muur. Daar lag een album met kleine plaatjes van danseressen: Berühmte Tänzerinnen. Die plaatjes kon je verzamelen door veel sigaretten van een bepaald merk (Gold Saba) te roken en was het album vol dan kon je natuurlijk stoppen met roken of een ander merk kopen. En tot mijn verbazing kwam ik halverwege die vondst twee pagina's met afbeeldingen van de danseres/choreograaf Mary Wigman tegen, een van de vernieuwers van de moderne dans, naast bijvoorbeeld Martha Graham en Rudolf Laban. Zij danste een eeuw geleden op blote voeten, schreeuwde en gebruikte simpele attributen. En zij mengde theater, dans en ritmische muziek, tot groot ongenoegen van het conventionele publiek. Vermoedelijk is tijdens een van haar voorstellingen het gooien met tomaten en luid boegeroep geïntroduceerd.
   Mary Wigman deed onder andere de bekend geworden en door haar zelf bedachte heksendans. Met een masker op en met wilde gebaren schoof ze met haar billen over de toneelvloer. Zij nam deel aan bijeenkomsten met allerlei artiesten om tot nieuwe kunstvormen te komen. Zij dansten en oefenden vaak in de open lucht, soms zelfs geheel ontkleed. Expressie stond voorop, niet de esthetische kanten van dans, zoals bij ballet. Haar choreografieën hebben op hun beurt weer dansers als Pina Bausch beïnvloed, daar zijn mooie opnamen van gemaakt. Die ontdekking van Mary Wigman in het album met danseressen heeft in elk geval mijn belangstelling voor moderne dans enorm aangewakkerd (niet dat ik fan was van nogal klassieke dans) en ik heb in Amsterdam heel wat voorstellingen bezocht van moderne dans. Een keer heb ik meegemaakt dat de hoogbejaarde Martha Graham zelf aanwezig was om haar werk uitgevoerd te zien worden.
Al met al vind ik mijn familienaam steeds leuker geworden, of het nou Wigman of Wig is, dat kan mij niet zo veel schelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten