vrijdag 11 april 2014
School
Ik school, jij school, wij scholen, zij scholen enz. Maar dat bedoel ik niet, het afgeleide van schuilen. Gewoon school. Wettelijk komt niemand er onderuit en dat is maar goed ook. Het is een plicht en een recht, hetgeen in menig land totaal anders in elkaar steekt. Maar desondanks zijn er hele leuke en hele nare herinneringen wat school aangaat. Heeft natuurlijk ook te maken met de verschillende leeftijdsfasen. Velen beginnen huilend, schreeuwend soms, als kleuter. Hangend aan de rokken van je moeder of de broekspijpen van je vader. Daarna wordt het al veel leuker. Als kleuter vond ik het wel heel vervelend dat je bijna geen kans kreeg om in de meisjeshoek te spelen. Met poppen, fornuis, potjes en pannetjes en meer van die zaken die je nou net thuis niet als speelgoed had. Mijn vader hield enorm van zijn zoons en werkelijk alle speelgoed dat mijn grotere broer en ik bezaten was door hemzelf handgemaakt. Auto's, zeilboten, pakhuizen, het kon niet op. Zelfs de meubels en de lampen in huis kwamen niet uit een winkel, maar waren allen door hem vervaardigd. Handig was ie, dat moet gezegd. Maar ja, geen zussen thuis en daarmee was ons speelgoed wel heel erg op jongens gericht. Zo ook mijn basisschool, daar werkten fraters uit een nabijgelegen klooster. Meisjes waren in geen velden of wegen te bekennen. Dat veranderde pas in het laatste jaar, tijdens een excursie naar een open luchtbad. De hoofdfrater had wel in de gaten dat de meeste van zijn pupillen geïnteresseerd waren in het vrouwelijk schoon dat daar rondliep. Om al de voorgaande jaren op school enigszins te compenseren, gebruikte hij de onderkant van zijn sigarendoos om telefoonnummers en namen van die meisjes te noteren. Kostbare informatie! Een miniem Facebook.
Een frater kon ontzettend goed verhalen vertellen, zo spannend dat je na het weekeinde enorm naar school verlangde om het vervolg te horen. Hij hield ook de voetbal uitslagen bij. Voor het weekeinde mocht je zelf bij hem een prognose inleveren en stond je op een gegeven moment bovenaan qua score, dan mocht je met hem een keer mee naar een voetbalwedstrijd op zondag. Dat is mij nooit gelukt. Wel kreeg ik het laatste jaar veel aandacht voor mijn behoefte om te tekenen en dat heeft mede aangemoedigd om daar later mijn beroep van te maken.
Wat een verademing was de brugklas van de middelbare school. Wat meisjes betreft dan. Gemengde klassen, zelfs de gymles. Het douchen na afloop helaas nog niet. Tijdens de lessen werd ik danig afgeleid door die meisjes, nog niet meteen wetend wat je ermee aan moest. Dat kwam pas een jaar later, de eerste verkering met een meisje uit je klas, spannende en onzekere tijden waren dat. De eerste zoen. Je hoofd niet bij het huiswerk kunnen houden. Afkeurend commentaar van je ouders. Handje vasthouden tijdens de pauzes. Jaloerse blikken van andere meisjes en jongens uit je klas. Pfff. Ik weet nog goed dat wanneer mijn ouders bij vrienden op bezoek gingen 's avonds, ik wachtte tot hun auto de hoek om was, heel snel de fiets greep en een half uur mij suf trapte om die vriendin thuis op te zoeken. Daar zat je dan knus, redelijk opgewonden, met haar ouders op de bank. Heel beleefd te doen, terwijl je eigenlijk hun dochter beter wilde leren kennen, vooral lichamelijk. Dan hoopten dat meisje en ik dat haar ouders ook ergens een afspraak hadden. En maar steeds de klok in de gaten houden, ik moest weer thuis zijn voordat mijn ouders terug waren. Al dat fietsen heen en weer zorgde wel voor een optimale conditie en tevens voor gebrekkig huiswerk. Die schade moest dan later weer worden ingehaald om toch met redelijke rapportcijfers voor de dag te komen. Dat lukte steeds op het nippertje, want ik was niet een volgzame en heel ambitieuze leerling in die tijd. Wanneer een docent charisma had en een gedreven verteller was, goed, dan deed ik mijn best om van dat vak iets te maken. Maar zulke docenten waren meer uitzondering dan regel. Mijn gymleraar bijvoorbeeld was een enorme eikel, terwijl ik wel graag sportte. Een commandant uit het leger leek hij. Misschien was hij dat wel geweest ooit. Des te meer reden voor mij om tegen de stroom in te roeien, hetgeen veel straf opleverde. Corvee heette dat. Door een gebroken arm kon ik een periode niet actief aan de lessen deelnemen en hij pakte mij terug door op te dragen stenen tegels op het dak van de school schoon te schrobben. Voor de aankomende sportdag moesten op die plek de luidsprekers worden geplaatst en daarom moest het schoon zijn, vond hij. Ik had danig de pest in, deed echter die klus met een arm en wachtte tot hij op de ladder klom om te zien hoe ver ik was met het schoonmaken. Zodra zijn kalende hoofd boven de dakrand tevoorschijn kwam liet ik een tegel, die ik iets had opgetild, los zodat die in een flinke plas modderig water viel. Zijn glimmende schedel en gezicht waren flink ondergespat en door sorry te zeggen deed ik alsof het helemaal per ongeluk gebeurde. Een andere keer kreeg ik de opdracht om nieuw aangeschafte leren ballen in het vet te zetten. Toen ik klaar was met die ballen ben ik de fietsenkelder van de docenten ingedoken en heb vervolgens alle zadels en handvaten ter plekke van een flinke laag vet voorzien. En zo deed ik - mede door wangedrag bij andere leraren - veel ervaring op met grasmaaien, wc-rollen verwisselen en papiertjes prikken in de plantsoenen rond het schoolgebouw. Soms had ik zoveel corvee gekregen dat de conrector de straf verminderde en een aantal uren kwijtschold. Uiteraard wisten mijn ouders van niets, die dachten dat ik het reuze naar mijn zin had op die middelbare school. Tot het moment dat ik werd weggestuurd, ik had het te bont gemaakt en moest naar een andere middelbare school en daar ben ik harder gaan werken om fatsoenlijke cijfers te behalen. Kort daarop verhuisden wij en heb ik de middelbare school afgemaakt in de nieuwe woonplaats. Frappant was wel - terwijl ik een keer de oude school opzocht om wat gearchiveerde spullen af te halen - dat al mijn docenten om mij heen kwamen staan om te informeren hoe het met me ging. Dat was een heuse meevaller!
Het laatste jaar op de middelbare school had ik per ongeluk boekhouden als een van de vakken gekozen in mijn pakket. Of het was gekoppeld aan economie, dat weet ik niet meer. Wel weet ik dat de betreffende docent een accountant was, die af en toe les gaf. Aan ons dus. Hij was hardhorend en stond altijd het hele schoolbord vol te schrijven met balansen, inkoop, verkoop, afschrijvingen en de bijbehorende formules. Met zijn rug naar de klas en daardoor had hij nooit in de gaten dat wij ons met heel andere zaken bezig hielden. Zoals het tekenen van een plattegrond van een ranch, cowboys en indianen nadoend en vervolgens die plattegrond in de fik stekend. En die docent maar schrijven. Wanneer we repetitie hadden volgde een van ons die docent bij binnenkomst in het gebouw. Gewoontegetrouw plaatste hij zijn tas in de hal voor de docentenkamer en ging daar naar binnen. Net lang genoeg om de opgaven voor onze repetitie te ontvreemden. Die werden in allerijl gekopiëerd en iets later, maar net op tijd weer terug gesmokkeld in zijn tas. Met opzet maakten we allen een of twee fouten en glunderend aan alle kanten namen wij van hem de gecorrigeerde proefwerken in ontvangst. Een voorbeeldige groep leerlingen waren we in zijn ogen. Gevolg is wel dat ik boekhouden nog steeds een nare activiteit vind en gelukkig heb ik lang geleden een accountant gevonden die niet hardhorend is en met plezier dat noodgedwongen cijferwerk verricht.
Vervolgens belandde ik op een opleiding voor onderwijzer overdag en voor tekenleraar 's avonds. Ik had eigenlijk meteen naar de kunstacademie gewild in Amsterdam, maar dat vonden mijn ouders geen goed plan. Te veel drugs en rock and roll naar hun idee. Dus moest ik een omweg maken en uiteindelijk kwam ik er wel. Gelukkig had ik op die onderwijzersopleiding een klasgenoot die van zeilen en roeien hield en ook een boot had. Wanneer het weer dat toeliet hebben wij huiswerk gemaakt en proefwerken voorbereid al dobberend op het water of op een onbewoond eiland in een van de plassen vlakbij onze woonplaats. Die jongen had al aandelen gekocht van het een en ander en zo kwam het dat hij midden in de natuur naar de beursberichten luisterde, weer eens wat anders dan popmuziek. Die opleiding heeft wel geholpen om mij te laten inzien dat ik niet het basisonderwijs ambieerde om te gaan lesgeven. Dag in dag uit met dezelfde mensen je lunch nuttigen en dat jaren achtereen, nee, dat zag ik niet zitten. Dat zou voelen als een kantoorbaan en daarvoor had ik zeker niet de school afgemaakt. Dus ging ik lesgeven in het vervolgonderwijs, een ervaring op zich en ik prijs de leerkrachten die dat lang hebben volgehouden. Waarschijnlijk groeide mijn waardering met de wetenschap wat voor een lastige leerling ik zelf ben geweest. Verscholen op school.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten