Als product van beide ouders is het logisch dat ik na mijn vader zeker mijn moeder haar plaats op papier toebedeel. De andere helft die mij bovendien gedragen heeft tijdens de zwangerschap en mij eveneens vanaf geboorte heeft gekend en meegemaakt. Heerlijk om te horen hoe zij zich nog voorvallen herinnert, die je als kind niet hebt onthouden of die een andere indruk hadden gemaakt. De dag dat ik werd geboren was het 33 graden Celcius en ik huilde aan een stuk. Totdat ik een kruik met warm water in mijn bedje kreeg, toen was ik tevreden. Hoe ik als kleuter nijdig kon worden wanneer ik mijn zin niet kreeg en uit nijd het tafelkleed onder een gedekte tafel wegtrok. Dat ik met grote regelmaat uit bed donderde. Hoe ik met mijn opa uit wandelen ging, wij samen op bankjes plaats namen om naar mensen te kijken en iedereen ongerust was omdat we de hele dag waren weggebleven. Dat een buurvrouw mij eens in haar kelderkast had opgesloten omdat ik kattenkwaad had uitgehaald en ik toen uit boosheid in alle kazen had gebeten. En ik hield niet eens van kaas. Hoe mijn knuffelbeertje in de stadsbus was achtergebleven en nooit meer werd teruggevonden. Afijn, een waslijst aan herinneringen.
Zij heeft in elk geval mijn vader overleefd en hoe. Na vele moeilijke jaren, waarin ze mijn vader enorm miste als maatje, echtgenoot, handige man en nog veel meer, heeft ze geleidelijk aan haar draai gevonden. Het moeilijkste voor haar was waarschijnlijk het stap voor stap opruimen van de sporen die hij had nagelaten. Behalve foto's natuurlijk. De eerste keer het beddengoed verschonen en daarmee een aangename herinnering aan zijn geur laten verdwijnen. Kasten uitruimen, de kapstok legen, de auto starten, de caravan verkopen en alleen aan tafel naar een maaltijd staren.
Omdat mijn vader nogal bezig was geweest in en om het huis, bleef hij aanvankelijk in iedere hoek aanwezig. Ik prijs mijn moeder dat ze het aandurfde om in étappes het interieur van de woning te veranderen. Een houten wand sneuvelde en maakte plaats voor helder stucwerk. De zitmeubelen die lange tijd dienst hadden gedaan verdwenen naar een kringloop winkel. Er kwamen strakke meubels voor in de plaats. Grote donkere kasten mochten ook weg, die verving ze door kleinere kasten in lichtere kleuren. Nieuwe schilderijen kregen een prominente plaats aan de muur en zo kwam het dat het net leek of zij verhuisd was, maar dat was niet zo. Kwam er iemand op bezoek die de woning voorafgaand aan de ingrijpende veranderingen niet gekend had, dan luidde soms de vraag of mijn moeder bij haar dochter was ingetrokken.
Dat was stap een, het nieuwe interieur en het stilletjes aan wennen om allerlei dingen in je eentje te doen. Toen de pech, meerdere jaren na de dood van mijn vader, dat zij toenemende hartklachten kreeg en op een wachtlijst terecht kwam voor een zeer ingrijpende hartoperatie. Zij kreeg onder andere een nieuwe hartklep. Ik hield uit voorzorg mijn hart vast, niet wetende of die operatie goed zou verlopen. Doodeng om na de behandeling je moeder heel bleekjes te zien liggen, in leven gehouden door een soort robot die piept en zucht. En met een beeldscherm naast het bed waarbij je hoopt dat de gekleurde grafieken uitslag blijven vertonen. Maar taai als zij blijkt te zijn, verliep herstel voorspoedig en heeft ze inmiddels een behoorlijke verlenging gekregen. Zij is nu vierentachtig en die operatie vond achttien jaar geleden plaats. Een soort grote onderhoudsbeurt was het dus en qua nazorg heeft zij nog steeds garantie. Die ingreep werd uitgevoerd net voordat ik naar Azië vertrok en zo komt stap twee aan bod.
Ging mijn moeder altijd samen met mijn vader met de auto en later met een caravan erbij op stap, dat ging drastisch veranderen. De aanloop was een reis die ze met zijn tweeën een keer per vliegtuig hadden gemaakt, naar Turkije. Ze hebben alle twee enorm genoten van die reis en de andere cultuur waarin zij werden ondergedompeld. Dat was notabene de eerste keer dat mijn moeder ging vliegen, een nieuwe ervaring. Nog met een rotmaatschappij ook. Nou, ze heeft er wat mijlen opzitten nu. Ze was veel eerder in Azië dan ik en niet met de auto. Nagenoeg ieder jaar vloog ze naar Bali om mij en mijn gezin op te zoeken, ook al vond zij die vochtige warmte maar niks. Soms combineerde zij die reis met het bezoeken van een ander land, zoals Nieuw-Zeeland. En zo - voor zover ik het mij goed herinner - ging zij onder andere naar Zuid-Afrika, Indonesië, Cuba, Mexico, Portugal, Jordanië, Egypte, Laos, Cambodja, Italië en Frankrijk. Mijn vader zou zich rot gelachen hebben te weten dat ze bijna de halve globe heeft rondgevlogen. Wanneer mijn moeder nu naar Marseille in Frankrijk vliegt is het voor haar net eender of zij de bus pakt die kant op.
Verre reizen maken, dat zit er echter niet meer in. Ze vergeet soms dat haar lijf ruim tachtig is en haar hoofd en energie blijven steken bij rond de vijftig. Ze deed mee aan groepsreizen waarbij de gemiddelde leeftijd van de deelnemers aanzienlijk lager was. Ze kan niet tegen oude mensen, zegt ze dan. Die zeuren zo. Op aanraden van artsen en ook op mijn advies zou het geen kwaad kunnen wanneer zij van een soort gemiddelde uitgaat nu, iets van tegen de zeventig. Dan kan zij zichzelf nog wel bijbenen vermoed ik en het heeft er alle schijn van dat zij zich daarvan bewust is. Het lot heeft daarbij een handje geholpen. Twee jaar geleden is zij - na lang wachten tot er een appartement vrij kwam - verhuisd naar een hele plezierige seniorenwoning. Voor bewoners van vijfenvijftig jaar en ouder, nou dat past wel bij haar en je struikelt er niet over de rollators en rolstoelen. Maar goed, zij verhuisde op haar manier. Alles tot in de puntjes geregeld en het appartement moest flink worden opgefrist. Hier een muur wegbreken, daar een muur oprichten, oude keuken eruit meppen, een nieuwe keuken op maat bestellen, alles schilderen, een extra tochtdeur aanbrengen en ga maar even door. Iemand van dertig zou al moe kunnen worden bij de gedachte alleen. In plaats van even uit hijgen had ze reeds een reis geboekt naar Cambodja en die reis was bijzonder zwaar. Dat gaf zij zelf toe en dat is heel wat. Een jaar geleden kreeg zij de rekening gepresenteerd en ging ze bijna de pijp uit, het scheelde niet veel. Dankzij een alerte hulp in het appartementencomplex en de professionaliteit van ambulance personeel heeft zij het gered om te blijven leven. Geluk bij een ongeluk was ik in die periode met mijn vriendin op reis door Europa, vooral Frankrijk, om te snuffelen hoe het zou zijn om daar te gaan wonen. In Parijs hoorden wij van mijn moeder zelf per telefoon dat het niet zo lekker ging en dus hebben we de eerste de beste snelle trein gepakt om haar op te gaan zoeken. Dat was op (de laatste) koninginnedag, de trein ging niet verder dan Schiphol en temidden van oranje uitgedoste mensen zochten wij onze weg. We konden van een goede vriendin de auto lenen en wat een verrassing was het de deur naar de kamer te openen in het ziekenhuis waar mijn moeder lag. In bed lag eerst een oude vrouw en toen we later afscheid namen lag mijn moeder er weer, een vijftig jarige in een wat verouderd lijf.
Nu vertelt ze haar vriendinnen en kennissen hoe blij ze is dat haar jongste zoon weer in de buurt woont. Zelf woont zij in Velp, zo tegen Arnhem aan. Dus denken die mensen dat ik ergens in Midden-Nederland vertoef. Wanneer zij uitlegt dat ik nu iets ten noorden van Nîmes in Frankrijk woon, kijken ze heel verbaasd. Maar voor mijn moeder is het nogal een verschil of je twaalfduizend of twaalfhonderd kilometer van haar vandaan woont en gelijk heeft ze. Omdat ze al een flinke tijd rondloopt zijn tal van mijn vrienden met haar begaan en kennen haar dan ook van feesten en andere bijeenkomsten. Altijd leuk om te zien hoe ze dan wordt benaderd en deelneemt aan gesprekken. Ze hoort er helemaal bij en zo moet het. Schiet mij ineens te binnen dat toen mijn vader nog leefde zij samen naar een opening van mijn tentoonstelling waren geweest. Omdat een vernissage qua gesprekken en drank nogal lang kon duren, gingen mijn ouders vast naar mijn huis. Om mij een beetje te ontzien namen zij alle bloemen die ik had gekregen in de armen. Met de tram zijn ze vertrokken en de felicitaties die volgden waren niet van de lucht. Alsof ze weer getrouwd waren. Diezelfde tram was eigenlijk op weg naar de remise en de bestuurder was zo enthousiast, dat hij mijn ouders tot op loopafstand van mijn huis bracht. Geinig.
Helder van geest als zij is gaat ze drie keer per week kaarten met verschillende partners, rijdt ze in een nieuwe hybride auto, hangt ze 24 uur on line om emails en berichten te lezen en haalt ze ook haar eigen boodschappen. Chapeau! Het vele reizen heeft zichtbaar haar geest verruimd en mijn moeder heeft totaal geen last van de gemengde bevolking die Nederland nu huisvest. Of je nou homo of lesbisch bent, maakt haar niet uit. Van Islamitische komaf uit een ver weg land, allemaal prima. Gedeeltelijk schemert nog het gedachtegoed van mijn vader door natuurlijk, maar ze handelt ook uit eigen ervaring. Bijvoorbeeld omdat ze zwemles en taalles heeft gegeven aan Turkse vrouwen, zo hoor je nog eens wat. En een keer kwam ze op oudejaarsavond aan op vliegveld Rotterdam en moest door hele dichte mist met de auto terug naar huis. Die mist was zo hevig dat zij met de zijkant van de auto langs de vangrails in de middenberm schuurde. Ze reed op het gehoor als het ware. In Arnhem, waar ze toen nog woonde, zag zij net zo goed geen hand voor ogen en kon ze de weg naar haar eigen huis niet eens vinden. Een aantal jongens met Marokkaanse achtergrond informeerde waar ze heen wilde en die zijn voor haar auto uitgelopen om haar veilig naar huis te begeleiden. Dat vergeet je niet en die dingen lees je nou net niet in de krant.
Update
We zijn nu 10 jaar verder en er heeft zich een en ander afgespeeld. Terwijl ik nog in Frankrijk woonde en daardoor mijn moeder niet regelmatig zag, constateerde mijn broer Ruud dat onze moeder slecht voor zichzelf zorgde. Ze kookte niet of nauwelijks maaltijden en de koelkast was gevuld met kaas en chocolade. Kant en klare maaltijden die aan huis werden bezorgd vond ze niet erg lekker. Thuiszorg kwam dagelijks over de vloer en had de handen vol aan haar in de korte tijd die zij slechts ter beschikking hadden. Wanneer Ruud haar auto inspecteerde op de parkeerplaats zag hij deuken en krassen rondom, het vehicel was een botsauto aan het worden. Het voelde niet meer verantwoord om haar op haar 91e nog te laten autorijden. Daarbij nam haar vergeetachtigheid zienderogen toe en veranderde ze om de haverklap toegangscodes voor internet en telefoon. Haar bereikbaarheid nam daarmee ook af. Bovendien was na een val van een trap in een café haar bekken beschadigd. Daardoor was zij veel minder mobiel dan voorheen en gekluisterd aan een rollator. Al met al besloot mijn broer op zoek te gaan naar een zorgcentrum met passende accommodatie en met een goede reputatie. Die vond hij en samen hielpen we om haar huis op te ruimen zodra er zicht was op een kamer en om een verhuizing voor te bereiden. Ze kreeg een mooie kamer en de atmosfeer was eigenlijk hetzelfde als in de woning die zij verliet. Zelfde meubels, zelfde decoratie en dezelfde schilderijen aan de muur. Maar oh, wat heeft ze gemopperd de eerste maanden, dat was te verwachten, ook al benadrukten wij de positieve kanten van die verplaatsing. Ze had alles aan huis eigenlijk: kapper, winkel, huisarts, fysiotherapie en tal van activiteiten. En belangrijker nog, enorm aardig en behulpzaam personeel. Die waren dat mopperen wel gewend. Ook is ze nog eenmaal intern verhuisd, naar een soortgelijke kamer op een afdeling met een grotere personeels bezetting, zodat ze meer aandacht en zorg kreeg. Ze verdwaalde heel regelmatig in het gebouw en kon dan haar eigen kamer niet meer vinden. Soms stond ze ineens aan het bed van iemand anders op de kamer. Die dwalingen leidden er toe dat ze op nagenoeg alle afdelingen wisten wie mevrouw Wigman was en waar ze woonde. Dementie is een slopende ziekte en verloopt voor een ieder in verschillend tempo. In haar geval ging het in slechts enkele maanden bergafwaarts. Geheugen problemen, gebrek aan eetlust en beperkte mobiliteit maakten dat ze steeds meer in zichzelf gekeerd raakte. Uiteindelijk wilde zij niet meer deelnemen aan activiteiten ter plekke, herkende ze op foto's familieleden niet meer en kort erna zelfs haar kinderen en kleinkinderen niet wanneer die op bezoek waren. De volgende stap werd vaak de weigering om te eten, de weigering om noodzakelijke medicijnen in te nemen en daaropvolgend de wens om op bed te blijven. De behandelende arts besloot in overleg met ons om over te gaan op zwaardere medicijnen en die behandeling was gericht op comfort en pijnbestrijding, met het risico dat ze daardoor eerdaags kon overlijden. En dat is gebeurd, in haar slaap is zij onlangs heen gegaan en op die manier kwam ze niet terecht in een uitzichtloze situatie vol lijden. Hopelijk heeft de toegediende morfine haar de laatste dagen mooie gedachten gebracht, dat weten we niet, maar zij is vredig gestorven na alle denkbare zorg van zeer attent personeel. Op foto's en in onze herinnering blijft ze voortbestaan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten