zaterdag 26 april 2014
Vader
Gek idee nu ik zelf al een flinke tijd vader ben om nu pas over mijn eigen vader iets te zeggen, althans op papier. Want in gesprekken met mijn vrienden leefde en leeft hij nog steeds voort. Hij overleed tijdens een vakantie in het noorden van Frankrijk na een korte en hevige ziekte, alvleesklier ontsteking. Kort na zijn overlijden reed ik in mijn eigen auto achter mijn moeder door een mooi herfstig en glooiend landschap. Niet ver van de plek waar hij zijn laatste adem had uitgeblazen.
De voornaamste gedachte die toen bij mij opkwam was dat mijn vader - net als mijn moeder - mij het langste kende, vanaf geboorte. En dat ik ooit een kind van mijzelf niet meer kon laten zien wie nou mijn vader was, zoals ik vader voor mijn kind zou zijn. Een gemiste kans, maar die dingen heb je nu eenmaal niet in de hand. Foto's en verhalen hebben er toch voor gezorgd dat mijn dochter een idee heeft wat voor iemand mijn vader was, ik zal proberen hier een schets weer te geven.
Allereerst was mijn moeder erg verbaasd te zien hoeveel mensen - waaronder ook mijn vrienden - afscheid kwamen nemen toen hij werd begraven, in een bos onder de rook van Arnhem. Op zo een dag kwam ineens iedereen samen die een grote of kleinere rol in zijn leven had gespeeld. Verrassend en oprecht. Zoals hij zelf heel oprecht was, nooit iemand besodemieterde. Hij was opgegroeid als enig kind en verloor als jong volwassene aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zijn moeder en niet lang daarna zijn vader. Geen wonder dat, toen hij op jonge leeftijd mijn moeder leerde kennen, zij al vrij snel een hechte en stabiele relatie hadden, tot aan zijn dood. Had hij bovendien het geluk dat mijn moeder boven een vishandel in Scheveningen woonde. Mijn vader kon je met een gerust hart 's nachts wekken met de een of andere vis om te nuttigen. Zoute haring, gerookte paling, gebakken scholletje, allemaal ok. Ik hoop nog steeds dat wanneer er een hemel bestaat, daar ook een goede viskraam is voor hem. Wanneer hij bij mij op bezoek kwam in Amsterdam groette hij, parkeerde een tas in mijn huis, zei 'tot straks' en weg was ie. De markt op om vis te kopen. Dan kwam hij terug met gerookte makreel, zoute haringen en soms paling. Dan pas kon de ontmoeting beginnen en met een veredeld zakmes begon hij de makreel te fileren en de overige vis te garneren op een bord. Een feestmaal en zo werd iedere ontmoeting vanzelf een feest. Bovendien was hij nagenoeg altijd goed gehumeurd en wist zodoende anderen heel makkelijk op te vrolijken. Dat maakte van hem - in mijn ogen - een zeldzame verschijning. Hij beschikte over tomeloze energie, was zeer initiatiefrijk, had veel sociale vaardigheden, was een goede moppentapper en vertegenwoordigde met gemak tal van beroepen in de gouden gids. Koken, lood gieten, metselen, timmeren, zagen, letters schilderen, ontwerpen, navigeren, tuinieren, tal van zaken repareren, te veel om op te noemen. Hij draaide er zijn hand niet voor om. Hij was zogezegd van alle markten thuis. Wanneer mijn moeder wel eens ziek was bleek mijn vader de beste verpleegkundige te zijn die je je kon wensen. Een zorgzame man zonder al te veel zorgen. Sliep mijn moeder nog, dan was hij al in de weer om het ontbijt klaar te maken, vrolijke muziek op te zetten en haar vervolgens liefdevol te wekken, op naar een nieuwe dag. Veel beter kun je niet beginnen. Ik dacht wel eens dat mijn vader een van de grondleggers had kunnen zijn van de emancipatie voor mannen en vrouwen in onze samenleving. Vrouwvriendelijk en toch heel zelfstandig was hij. Petje af. Gelukkig heeft mijn moeder veel over hem verteld, want zelf pronkte hij nooit met al zijn capaciteiten. Sterker nog, hij deed alsof zijn manier van doen de gewoonste zaak van de hele wereld was en wat hem zelf betrof was dat ook zo. Lang geleden overleed zijn buurman op relatief jonge leeftijd en diens vrouw bleef achter met een gezin met opgroeiende kinderen. Zij was boerin van huis uit en had totaal geen kijk op het draaiende houden van de huishouding. Er bleef ook een auto achter en mijn vader installeerde daarin dubbele bediening. Gedurende enige tijd gaf hij die buurvrouw met veel geduld rijlessen en zij slaagde de eerste keer voor haar rij examen. Daarmee was voor haar de deur naar een rijker bestaan geopend en ze zal hem daarvoor eeuwig dankbaar zijn, ze leeft nog steeds trouwens.
Zo kwam mijn vader eens thuis met het verhaal dat hij midden in de stad Arnhem een man in een rolstoel had ontmoet. Ze raakten in gesprek en die man vroeg of er veel veranderd was in de stad de afgelopen tijd. Zijn beperkte mobiliteit verhinderde hem om vernieuwingen bij te kunnen houden. Daarop vroeg mijn vader of hij de volgende dag op dezelfde plek aanwezig zou kunnen zijn, dat kon hij. Ze ontmoetten elkaar wederom, mijn vader parkeerde zijn rolstoel achter in de auto, hielp hem op de voorstoel en de excursie kon beginnen. Hij heeft die man die dag vanuit de auto allerlei plekken laten zien waar het nodige veranderd was en hem vervolgens weer op het vertrekpunt afgeleverd. Een wonderbaarlijke geste was dat. Op dezelfde wijze hielp hij verkeersslachtoffers wanneer hij onderweg was voor zijn werk. Dat je autobekleding dan helemaal onder het bloed zat, dat kon hem niet veel schelen, als je maar een leven kon redden of iemands pijn kon verlichten, daar ging het om.
Met gelijke inzet wist hij van niets iets te maken, bijvoorbeeld op een kampeerterrein. Binnen een mum van tijd werd een stukje bos omgetoverd tot douche en toiletgebouwtje. Met houtje, touwtje, spijkers, een hamer, een gieter en wat lappen textiel kwam hij heel ver. Zo ook heeft hij mij geholpen tijdens mijn eindexamen op de kunstacademie. Ik had een circustent gehuurd om mijn project op het gewenste formaat te kunnen presenteren en ik woonde een aantal weken in die tent. Met veel lappen textiel moesten er kamers worden gemaakt. Mijn vader kwam mij helpen en begon uit eigen beweging een kleine keuken aan te leggen en een minimale zitkamer in te richten. Genoeglijk hebben we daar samen avonden doorgebracht met zinvolle gesprekken en soms met het kijken naar een film op videoband. We woonden er tijdelijk samen zou je kunnen zeggen en dat is een mooie herinnering wanneer je het ouderlijk huis al lang daarvoor hebt verlaten.
Daarnaast was hij een hele goede kok met een perfecte neus voor smaakvolle gerechten. At hij ergens in een restaurant, dan kon hij proeven hoe je een gerecht dat hem goed beviel zelf klaar kon maken en dat deed hij dan ook. Als kind hadden wij niet te klagen over het menu thuis en mijn leeftijdgenoten moesten wel wennen aan de sterke geur van knoflook die mijn broer en ik met ons meedroegen. Wij roken van over de grens, alsof je alleen maar Indonesisch eten had gegeten, want dat kon hij ook goed klaarmaken. Was de sambal te sterk, dan mengde hij die altijd met een beetje tomaten ketchup, maar sambal stond standaard op tafel. En wanneer er thuis niet gekookt werd, meestal op zondag, dan waren we steevast in een Chinees-Indisch restaurant te vinden. Een van zijn favorieten daar was haaienvinnensoep, geen idee of dat nog steeds op het menu staat. Verder maakte hij thuis ovenschotels, visgerechten, gebak, rijstschotels en noem maar op. Bepaald niet saai.
Nu nog schieten de tranen in mijn ogen wanneer ik aan hem terugdenk, hartverwarmende herinneringen veroorzaken een soort van melancholie. De behoefte om hem nog even dag te zeggen en te bedanken voor al het moois dat hij heeft achtergelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten